Laat ik maar eens even in alle openheid bekennen dat ik een fan ben van het EIM, het onderzoeksinstituut dat sinds jaar en dag in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken allerlei onderzoeken uitvoert over ondernemers. Sinds (startend) ondernemerschap twaalf jaar geleden mijn vakgebied werd, volg ik de EIM-onderzoeken met veel belangstelling. Vaak leveren ze relevante kennis of boeiende inzichten op.

Zo ook afgelopen week toen ik in mijn mailbox een persbericht aantrof met de jubelende kop “Nederland zeer ondernemend”. Voor mij was dat natuurlijk geen nieuws, maar toch klikte ik het bericht aan om te lezen. Het ging over de resultaten van de Internationale Benchmark Ondernemerschap over 2008. Hoe het kan dat een benchmark over 2008 in de tijd van razendsnel internet pas eind juni 2010 als nieuws wordt gebracht snap ik niet, maar da’s een ander verhaal.

De belangrijkste conclusie van de benchmark was dat het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking – de zogenaamde ondernemersquote – in Nederland relatief hoog ligt, als gevolg van een meer dan gemiddelde groei in de afgelopen jaren. In 2008 was zo’n twaalf procent van de beroepsbevolking ondernemer. Voor de aardigheid meldde het EIM er nog bij dat alleen Italië een hogere ondernemersquote heeft, maar dat dat land zeer veel kleine ondernemingen kent. Deze laatste toevoeging leek bedoeld om aan te geven dat we stiekem koploper zijn.

Nou ben ik de flauwste niet, maar ik sloeg toch even aan het rekenen. Volgens allerlei instanties, waaronder de diverse ministeries die daarover gaan, telde ons land in 2008 een dikke 720.000 ondernemingen zonder werknemers. Zo’n driekwart van de iets minder dan ‘n miljoen ingeschreven bedrijven. Sinds enkele jaren rekenen velen – deze columnist uitgezonderd – voor het gemak alle ondernemers zonder werknemers tot de zzp’ers, een groep werkenden die door overheidsinstanties, banken, verzekeraars, vakbonden, échte ondernemers en de meeste politieke partijen niet meer als ondernemer wordt gezien.

Naast de eenpersoonsbedrijven heeft een paar procent van alle bedrijven meer dan vijftig werknemers. Die worden vaak gerund door ingehuurde topmanagers.

Snel rekenend blijven er dan ruim 200.000 ondernemingen van ‘échte’ ondernemende ondernemers over. Dat aantal afgezet tegen een beroepsbevolking van ongeveer 7,7 miljoen in 2008, levert een ondernemersquote van tussen de 2,5 en 3 procent. Het is maar wat je “zeer ondernemend” noemt.

Het is mij inmiddels overduidelijk geworden dat allerlei mensen in Nederland vinden dat ondernemers zonder werknemers geen échte ondernemers zijn. Behalve als het hen zelf goed uitkomt. Toch heeft het EIM mijns inziens wederom uitstekend werk geleverd met de conclusie dat onze ondernemersquote twaalf procent is. Maar als “wij” daarmee te pas en te onpas gaan koketteren, kan er dan aub wat meer respect komen voor de negen procent van die ondernemersquote die ons internationaal zo goed laat scoren.

[twitter style=”vertical” float=”left” lang=”nl”]  [linkedin_share style=”top” float=”left”]  [fblike style=”box_count” float=”left” showfaces=”false” width=”450″ verb=”like” font=”verdana” locale=”nl_NL”]