Vandaag precies twee weken geleden was het internationale vrouwendag. Een dag die ik zelf nog nooit heb gevierd. Want hoewel ik de vrouwen die voor mijn vrijheden hebben gevochten enorm dankbaar ben, is de vrouwenemancipatie wat mij betreft in Nederland voltooid. Het is alleen jammer dat er nog  zo veel vrouwen zijn die dat niet in de gaten hebben. Dat is ruwweg hoe ik er tot 8 maart over dacht. Die dag las ik de resultaten van een onderzoekje dat me aan het denken zette over een actueel onderwerp.

Momenteel heeft zo ongeveer iedereen een mening over de bonussen die drie ING-topmannen zichzelf hebben laten toekennen. Mijn mening is simpel. Als het geen bestuurders maar ondernemers waren geweest hadden ze gedaan wat het beste was voor het bedrijf. En gezien de publieke opinie was het vanuit marketingoogpunt beter geweest (even) geen bonus te accepteren. Maar helaas vonden ze hun rechten belangrijker dan hun verantwoordelijkheid en hebben ze niemand boven zich die hen van het tegendeel heeft kunnen overtuigen. Maar ja, wie had hen daarvan moeten overtuigen?

Een tijd geleden nam ik deel aan een groepsgesprek waarin onder andere werd gesproken over nut en noodzaak van bonussen. Daarbij viel me op dat de mannen in het gezelschap zonder uitzondering vóór bonussen waren en de vrouwen allemaal principieel tegen. Toen ik die analyse na afloop met een van die mannen deelde, deed hij dat af als onzin. Sinds 8 maart vraag ik me af of dat zo is.

Die dag meldde Nu.nl dat een restaurantsite een ‘fooien-enquête’ onder 2500 mensen had gedaan. Wat bleek? Mannen geven gemiddeld gullere fooien dan vrouwen en dat komt omdat mannen vinden dat het geven van een fooi motiverend werkt en de kwaliteit van de service verhoogt. Is er verschil tussen een fooi en een bonus? Volgens mij niet.

Zou het dan echt zo zijn dat exorbitante bonussen in de bankensector zo moeilijk zijn uit te roeien omdat het nog steeds een mannenwereld is? Google leerde me de verhouding man/vrouw bij de vijf grootste (spaar)banken. In de raden van bestuur is die: 0 uit 3 bij ING, 1 uit 6 bij Rabo, 0 uit 7 bij ABNAMRO, 0 uit 4 bij SNS en 0 uit 4 bij Van Lanschot. In de raden van commissarissen is het niet veel beter: 2 uit 9 bij ING, 2 uit 13 bij Rabo, 2 uit 8 bij ABN AMRO, 2 uit 10 bij SNS en 1 (binnenkort 2) uit 7 bij van Lanschot.

Van de 71 bestuurders/toezichthouders zijn er dus 11 vrouw. Veel te weinig om invloed te hebben op het bonusbeleid.

Wellicht dat ook alle mannen die zich ergeren aan de bonuscultuur baat zou hebben bij nog wat meer vrouwenemancipatie. Misschien een ideetje als proef voor een vrouwenquotum te beginnen met minimaal 50% vrouwelijke bestuurders en commissarissen bij banken. Dat had ING wellicht een hoop negatieve publiciteit bespaard.

[twitter style=”vertical” float=”left” lang=”nl”]  [linkedin_share style=”top” float=”left”]  [fblike style=”box_count” float=”left” showfaces=”false” width=”450″ verb=”like” font=”verdana” locale=”nl_NL”]